Er bloeit heel veel in de tuin in deze tijd van het jaar en elke soort heeft zijn eigen typische bloeiwijze. Zo ook het Geel walstro (Galium verum) ook wel Echt walstro genoemd. Dit kruid heeft volgens mij de kleinste bloemetjes van alle in onze tuin aanwezige kruiden. Het lijkt op het eerste gezicht heel wat, maar als je de bloei van dichtbij bekijkt blijken het allemaal pieterpeuterig kleine bloemetjes bij elkaar te zijn.
Stremsel
Geel walstro bloeit van juli tot in de herfst met citroengele bloemen die een kruidige, honingachtige geur verspreiden. Het is familie van Lievevrouwebedstro (Galium odoratum) en Kleefkruid (Galium aparine). De plant bevat stremsel, dat bij de kaasbereiding gebruikt kan worden. De geslachtsnaam heeft met deze eigenschap te maken; Galium is afkomstig van het Griekse woord gala: melk. In Duitsland wordt het daarom Labkraut, stremselkruid, genoemd.
Volksgeneeskunde
Daarnaast zou het ook geneeskrachtige eigenschappen hebben. In de volksgeneeskunde werd een thee van de bloeiende scheuten gebruikt bij nierstenen, hysterie, hoesten en zenuw- en maagpijnen. Verder zou het urinedrijvende, krampverlichtende en adstringerende (samentrekkende) eigenschappen bezitten.1 Het werd ook toegepast als een zogenaamd ‘antispasmodicum’. Hetgeen wil zeggen dat het ontkrampend werkt en daarom werd het vroeger tegen de Sint-Vitusdans gebruikt. Dit is een ziektebeeld dat is vernoemd naar de vierde-eeuwse Siciliaanse Sint-Vitus; een van de veertien heilige helpers die worden aangeroepen om bepaalde ziekten te genezen. In het geval van Vitus vooral bij zenuwaandoeningen. De Sint-Vitusdans is een symptoom van de Sint-Jansziekte, waarbij de getroffen personen een ziekelijke drang om te dansen vertonen.2 Vitus is dan ook de beschermheilige van dansers, zangers en epileptici.
"Tegen de dood is geen kruid gewassen"
Tenslotte voor de verandering een sage:
Er was eens een koning die zijn doctoren rijk betaalde die hem middeltjes gaven om hem tegen ouderdom te behoeden. Zo kreeg hij ook Walstro. De koning dronk er elke dag van. Hij had een knecht die dat ook wel wat leek. Die pakte op een keer de magische drank en nam er een grote teug van. Dit bleef natuurlijk niet onopgemerkt. Aan de haren werd hij voor de koning gesleept die hem ter dood veroordeelde vanwege het stelen van de koninklijke drank. De slimme knecht zei echter: 'Als u me doodmaakt betekent het dat het drankje niet veel geholpen heeft. Dan moet je zelf bekennen dat je voor de gek gehouden bent door je artsen.' De koning dacht diep na en besloot dat hij dat risico niet kon nemen en liet de knecht vrij. Ze stierven toch, hoewel in hoge ouderdom. Vandaar het spreekwoord: 'Tegen de dood is geen kruid gewassen.'
Nico Rookmaker
10 juli 2023
Bronnen
1 Wikipedia
2 Kruidenencyclopedie dr. Hans W. Kote